Kijk ‘ns wie
we daar hebben,
als dat
Myeisha niet is. Wat is ze stil,
ik had haar
niet gehoord, slaapt ze?
Nee, ze
slaapt niet, ze wiegt een beetje,
ze wiebelt
een beetje heen en weer.
Ze droomt van
lang en gelukkig.
Leven is een
zorg van vroeger,
alles kan ze
nu vergeten.
Maar waar is
iedereen?
Ze draagt, onder
dat roze jurkje,
een groene
broek en lila schoenen.
Ze reikt,
naar wat reikt ze, naar dat visje
dat
bij haar in de buurt zwemt,
zou ze dat
zien? Wat is ze stil.
Myeisha!
Myeisha! Ze hoort me niet.
Ze rekt zich
uit in de golven,
klein meisje
met roze jurkje.
Toe water,
stop haar zachtjes in,
toe water,
dek haar eeuwig toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten