het is het voorbij, eeuwig achter mij.
Ik lees
Dostojevski op het strand,
zand tussen
de bladzijdes,
bewijs van
een knarsend bestaan.
Ik ben niet
zwaar op de hand,
ik ben
luchtig maar in vermomming.
Ik weet zo
weinig
dat ik denk
dat ik alles begrijp.
We baden
pootje op de bodem van de zee.
Het water
past precies om mijn enkels,
ik pas
precies in het water
en de lucht
past in mijn longen.
Ik pas bij
haar en haar woorden
passen in
mijn oren. Moet je kijken,
mijn hoofd
past precies in de wolken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten