Ja suf, ik zag 'm wegrijden toen ik het perron opliep.
En nu sta
ik op een leeg station.
Ik kom
la... wacht, ze roepen wat om
Wat? Oote... ja... vert...... sei....
vo...di...bla...en.
Lief, ik
versta je slecht,
je kunt
wel vast gaan koken, ik sta hier nog wel
even.
Alles staat
hier vast, die trein is er nog niet.
Ze roepen
weer wat om
Op p... dr... za... oote... boe...
Regent het
bij jou ook zo?
Het striemt
hier op de overkapping.
Nee, ik heb
mijn boek en een krantje,
en m'n werk
bij me natuurlijk.
Wacht, ik
heb hier geen bereik (........)
En er is
nog iets wat ik je zeggen wil...
.......ik...zie..je...
zo...
Liefje, ik
hoor je niet meer, je bent weg.