In 2016 bezochten wij Londen. Beetje de stad verkennen, lopen over het Beatles zebrapad en the Tower Bridge, en we bezochten ook The Tate Modern, waar ik me halverwege het bezoek afvroeg waarom het eigenlijk The Tate Modern heette, want eigenlijk had ik het allemaal al eerder gezien. Misschien was Londen niet meer zo hip and happening meer als in de sixties en de seventies, toen Pop en Punk daar de toon aangaven.
En we gingen ook nog even, op bescheiden schaal, shoppen. Bij mij bestond dat uit een bezoek aan een boekwinkel om daar de Engelse vertaling van De Avonden van Gerard Reve aan te schaffen, net uit. Tot mijn verrassing kende de verkoper het boek.
Voor Maria bezochten we Camden Market, dat gezellige allegaartje van punk, gothic, emo, en metalmode, voor wat kleurrijke panty’s (keuze genoeg) en een knalgele jas. Allemaal alleszins betaalbaar.
Maar. Er stond nog een adres op Maria’s to visit list: het modehuis van culticoon Vivienne Westwood. Nee, gewoon dat je het gezien hebt. Dat je weet wat er hangt. Er hoeft niet gelijk iets aangeschafte worden, gewoon, kijken, is bijzonder toch? Sex Pistols, Malcom McLaren, Johnny Rotten, gescheurde kleding, veiligheidsspelden, zij is wel beeldbepalend geweest – kom op, het is geschiedenis.
430 King’s Road, dat was het adres van het modehuis. Dat was vast een groot gebouw, breed, hoog, grote etalages, lichtbak aan de gevel, herkenbaar van een grote afstand: Vivienne Westwood. Ik keek naar de winkels en volgde de nummering, we kwamen dichterbij. Raakten hier vroeger die Teddy’s slaags met de punks, of tussen welke andere subculturen ging het hier toen? Maar hoe kan dat nou, hier was al nummer 440, waren we er al aan voorbij gelopen, dat kon toch niet? Of zou de winkel verhuisd zijn?
Ik besloot in de Oxfam
winkel, 432 King’s Road, te vragen of zij misschien – ‘Vivienne Westwood? I
don’t know, but could it be that funny little store next door?’
Funny litte store? Viviene Westwood? We verlieten de winkel: die Londenaren weten niet eens wat een legende is en dat die bij hen in de straat een modehuis had, tsss.
Het pand naast de Oxfam, was een kleine winkel, beetje scheefgezakt en had amper een etalage. Boven in de pui was een grote klok met wijzers en op de wijzerplaat de getallen 1 tot en met 13, ‘Worlds End’, stond er ook nog op.
Stond dit pand er net ook al? Er trok een lichte huiver over mijn rug, dit kleine scheve huisje, met Harry Potter allure, dit was de winkel van Vivienne Westwood. We keken elkaar aan, haalden diep adem en stapten de scheve wereld van Westwood binnen.
Terwijl Maria door de rekken met jurkjes en truitjes ging, trok ik mijn man-van-de-wereld-gezicht. Nee hoor, niets aan de hand, ik zie wel vaker kleding met scheuren voor 699 pond. En zou Sid Vicious hier ook rondgelopen hebben? De verkoper was een jongeman aan wie de tattoo-, piercing-, strechshop een goede klant had. En waarschijnlijk kon hij ook met een van die strechknoppen in mijn beurs kijken: ‘There is a treasure-box with comfortable prized items.’
Punk was vroeger dan misschien iets van the working class, armoede die sexy, cool en hip werd gemaakt, hier was dat absoluut niet het geval. Zelfs die aanbiedingenbak was ver boven mijn budget. Wat deed ik hier?
De winkel was van binnen net
zo scheef als de buitenkant al deed vermoeden. Aan je evenwicht bewaren had je
hier een dagtaak als je hier werkte. Je moest steeds je benen iets verplaatsen
en je ogen op iets anders richten. Buiten was misschien alles recht en strak,
hier waren vibes, hier hingen de creaties van Vivienne Westwood,
gescheurd, met ruit. Extravagant met rebel-attitude, Brits excentriek.
Maria vond niets van haar gading in de collectie, het was het allemaal net niet, zoiets zei ze toen. We stapten weer de funny little store uit, en Londen in, gekke stad waar de klok 13 keer sloeg en de auto’s links reden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten