woensdag 27 oktober 2021

Maaltijdkoerier

Fietste er ooit al een maaltijdbezorger in een gedicht?
Daar fietst er een. Zo’n jonge jongen, mager, hoodie,
met een bult op zijn rug, schouderbanden, helm,
gebogen over het stuur. Ik zie hem nu,
blikje Red Bull in z’n hand, op de hoek bij het plein,
leunend op zijn stuur, wachtend op berichten, op routes.
Wat verdient hij, vijf euro en tachtig cent,
of zeven euro en negentig cent? In de regen,
kijkend naar de algoritmes op de app,
fietsend in de schemering, en dan weer wachten
op de plaats tussen flexibiliteit en geen perspectief.
Laatst zag ik er een met een kinderzitje achterop.

 

maandag 11 oktober 2021

Gierstraat, zondagochtend, Haarlem

Er stond een delivery-maaltijd voor de deur, bezorgd
maar onaangeroerd: twee  papieren zakken
wit, met hengels, met daaraan gehecht de bon.
Kapsalon, Hete Kip, Knoflooksaus, Andalouse,
saus en meer. Keuze uit: Kipgehakt, Rundergehakt
alle groenten, mais, olijven en meer. Ebi Tempura Roll,
8 stuks, Sashami van tonijn en zeebaars, 8 stuks, Rendang.
Extra vegetables, zoet-pikante saus, mosterd en meer.

Er stond een maaltijd in papieren zakken voor die deur
in de Gierstraat. De zakken waren ineengezakt,
de ochtendzon scheen er een morsig licht op.
Er stak een stempelkaart uit, iemand had betaald.
Iemand was dronken geweest, iemand was iets vergeten.
Iemand was brak. Er was aangebeld, maar niet opengedaan.
Er had een hond tegenaan gepiest, dat kon je zien.