woensdag 17 augustus 2022

Elvis, 45 jaar dood

Elvis in Genk - zoals verschenen op Sargasso 

Vandaag, 16 augustus, is het precies 45 jaar geleden dat Elvis Presley gevonden werd op de vloer van zijn badkamer, dood.

Elvis Presley overleed dus op 16 augustus 1977. Jaja. Maar hoe kan het dan dat ik drie weken geleden, op het terras van een Italiaans restaurant in Genk, Belgiƫ (dat is Gent, maar dan met een k), hem daar heb zien zitten, met een zonnebril op?

 Maar ik herkende hem wel, dat was ook niet zo moeilijk, want hij was in die 45 jaar geen spat veranderd. Mijn vrouw zag  hem als eerste. Ze boog zich iets voorover naar mij en fluisterde: niet gelijk kijken, maar Elvis zit achter je. Dus ik liet mijn servet vallen van de tafel en bij het oprapen draaide ik wat naar achteren, en keek. Geen twijfel mogelijk. Die kuif, die lippen, die wangen. Ik zat op een terras naast Elvis. En Elvis sprak met een Vlaams accent tegen de serveerster. Geniaal. Zo doe je dat dus. Je gaat op in je omgeving, in dit geval Genk. Dat bedenkt toch niemand. De soullegende Marvin Gaye in Oostende werd ook al als erg exotisch en onwaarschijnlijk gevonden immers.

 Dus internet had dus gelijk. Elvis leefde, en hij zat aan het tafeltje achter mij. Nou kost het mij altijd erg veel moeite om te doen alsof. Dus toen mijn vrouw naar mij siste: niets laten merken, doe alsof je niets in de gaten hebt, begon ik natuurlijk gelijk You Ain’t Nothin’ But A Hounddog te neuriĆ«n, maar aan de blik van mijnvrouw begreep ik dat ik daar onmiddellijk mee moest stoppen. Sorry, dat zijn de zenuwen, ik zit ook niet wekelijks naast Elvis.

 Wij verlieten het terras eerder dan Elvis en zijn gezelschap, dat klonk toch meer als een Brabander - verdomd, zou het de Colonel zijn? En hadden ze het nou over een film? Maar ik kon het toch niet laten om, toen we zijn tafeltje passeerden, hem een knipoog te geven: wees gerust, bij mij is je geheim veilig, King.

zondag 14 augustus 2022

Salman Rushdie said: ‘I, uh, scored a hattrick, actually.'

Martin Amis, haalt in zijn boek, Visiting Mrs Nabokov And Other Excursions (1993), herinneringen op aan Salman Rushdie.

There has always been something Olympian about Salman Rushdie. (schrijft Amis). His belief in his own powers, however (unlike other kinds of belief), is not monolithic and therefore precarious. It is agile, capricious and droll. The first time I met him, seven years ago, he mentioned to me that he had recently played football for a Writer’s Eleven in a historic fixture in Finland.
‘Really? I said, how did you do?’ I expected the usual kind of comedy (sprainend ankle, heart attack, incompetence, disgrace). But I was given another kind of comedy, out of left field.
He said, ‘I, uh, scored a hattrick, actually.’
'You’re kidding. I suppose you just stuck your leg out. You srcambled them home.’
‘Goal number one was a first-time hip-high volley from twenty yards out. For the second, I beat two men at the edge of the box and curled the ball into the top corner with the outside of my left foot.’
‘And the third goal Salman? A tap-in. A fluke?’
‘No. The third goal was a power header.’

Even if you don’t know the game, you’ll probably get the idea. This is Rushdie’s style. He is always daring you to decide wether or not to take him literally.

Verslag Watou Kunstenfestival zoals op Sargasso gepubliceerd

Op reportage: Watou Kunstenfestival 2022 

dinsdag 9 augustus 2022

Dirkswoud op herhaling

Het Dirkwouds Vocaal Ensemble Clara Kwaaer, was aan het repeteren voor een optreden in de St. Clarakerk. Er zullen enkele werken van Johannes Ockeghem op het programma staan. ‘Polyfonie vereist wel de nodige oefening’, legde de dirigent Jan Blijsters, in het dagelijks leven verkoopt hij verzekeringen bij Dies Irae, gevestigd aan de Oosterzij, uit, ‘we doen enkele missen en motetten, in verschillende modi en in canon natuurlijk. Johannes Ockeghem was niet niks, beheerste meesterlijk de techniek van de canon. In zijn vierstemmige Missa prolationum, exploiteert hij dat volledig. De meeste bewegingen bevatten een dubbele proportiecanon: hierin zingt de ene stem in een trager metrum dan de andere, zodat de melodie geleidelijk wordt uitgetrokken. In zijn mis gebruikt Ockeghem op die manier simultaan de vier in die tijd bestaande maatsoorten. Maar als u ons nu wilt excuseren, we gaan nu weer verder met het repeteren.’

Op het zelfde moment klinkt er vanachter uit de kerk een stem: ‘Op de herhaling komt het aan, godverdomme, de eeuwig terugkerende repetitie, het herbeginnen, waarin wij niets meer dan ’s Heerens pionnen zijn. De zon gaat op en de zon gaat onder. En dat steeds maar weer opnieuw.’ Het was de stem van de even godvrezende als godslasterende pastoor Engelbertus de Zeeuw. ‘Altijd en eeuwig maar weer die eeuwige herhaling. Dat houdt nooit op. Dat vertrouwen hebben wij hier. Het leven is godverdomme geen voetbalmatch met soms een verlenging. Wij gaan hier met Gods zegen, gewoon door. Verlaat u alstublieft mijn kerk, nu. ’

Het nieuwtje dat het thema van de zomer ‘de herhaling’ is, heeft ook Cafe Ameperzat bereikt, daar zag men gelijk de potentie van het thema. De slogan: ‘doe mij alweer er nog maar Ć©Ć©n’, werd gelijk op T-shirts gedrukt en geleverd door textielzeefdrukkerij De rakel aan de Noordervaart. ‘wij drukken uw kosten’, had de eigenaar, Eeltjo Balster ooit bedacht. En die tekst staat sinds 1984 op de ruit.

 Marinus Hazelhoff, de uitbater van Amperzat, verklaarde dat er gedurende de themaweek een pubquiz wordt gehouden in het cafe. ‘Over filosofie, levensvragen, cultuur met de nadruk op muziek, bepaalde muziek, de geschiedenis van Dirkswoud, politiek, literatuur en ook sport. En we zijn blij dat de jury van dit evenement zal bestaan uit Ben Hoogeboom, en Ben Hoogeboom alleen. De pubquiz is op donderdag. En omdat het thema herhaling is, zal de quiz herhaald worden op vrijdag.’ En na even gespiekt te hebben op zijn aantekeningen: ‘en op zaterdag ook. Weet u, vervolgt Marinus, met een hoorbare snik in zijn stem, met een haast zichtbare brok in zijn keel, ‘Dirkswoud is een dorp dat staat als een huis. Dat vaart als een vaart. Op de herhaling, mensen.’

 

 

zondag 7 augustus 2022

In deze vorm zie ik geen toekomst voor Dirkswoud

Aan de Oosterzij, nummer 12, heeft zich een planoloog gevestigd, Erik van Breemen tot Groot Koerkamp. ‘Ja, die naam komt van mijn ouders. Oude adel. En ik mag eigenlijk Jhr. voor mijn naam zetten, maar ik vind dat altijd zo aanstellerig, en ouderwets, iets van het verleden. En ik ben juist een man van de toekomst, daar hou ik mij mee bezig en daar maak ik me, wat betreft Dirkswoud, ook ernstige zorgen over. Kort gezegd: In deze vorm zie ik Ć¼berhaupt geen toekomst voor Dirkswoud. En er zal snel ingegrepen moeten worden om dit dorp in de huidige vorm te behouden. En ik ben hier ook gekomen om de bevolking te informeren maar ook te alarmeren en tot actie aan te zetten. Er is geen tijd te verliezen.’

De heer Van Breemen tot Groot Koerkamp knipt zijn laptop aan. ‘Kijk, hier zien we de waterstanden en de stroomsnelheden van de hoofdvaarten. In 2020 werd hier nog en snelheid van 7 kilometer per uur gemeten. En hier ziet u de huidige stand van zaken: het water miezert hier met net Ć©Ć©n kilometer per uur onder de Robert Ankerbrug door. En de beschoeiing komt steeds verder droog te staan. En de bodem komt in zicht. Deze ontwikkeling van het zakkende water is dramatisch voor de bollenboeren, onze kerncentrale De Vaandeldrager, de scheepvaart, de sedimenthuishouding, het drinkwater en Dirkswoud zelf dus. Want gelijk hiermee zinkt Dirkswoud gestaag, uh, de grond in, naar beneden.’

De heer Van Breemen tot Groot Koerkamp knipt een andere venster open en vervolgt. ‘Wat wij nodig hebben is een masterplan. Een weg die ons veilig uit deze dreigende situatie leidt, naar vaste grond en snelstromende vlieten zogezegd. Er is behoefte aan watermanagement. Wat ik heb bedacht is dit: we verhogen de bodems van de vaarten. We krikken ze op of we vullen ze bij met grint, Ć©Ć©n van beiden. De hoogwaterstanden in de vaarten moeten omlaag en de laagwaterstanden omhoog. We moeten af van het uitdiepen, dat is het verleden.’

‘De hydrodynamiek moet verbeterd. ‘Vaart Maken’ heb ik mijn masterplan genoemd. En daarin komen de woorden essentieel, significant en cruciaal alarmerend vaak voor. Het woord Winterbed vind ik persoonlijk veel mooier, maar ik zet mijzelf als stuurman aan de kant bij dit project, hahaha. Ik wil toe naar zogenaamde ‘slimme vaarten’, die zich aanpassen aan het klimaat en aan bepaalde wensen: we willen allemaal wel schaatsen op de Noordervaart nietwaar? Misschien moeten we niet vasthouden aan die vaarten, misschien moeten we juist toe naar cavernes onder Dirkswoud. En dat we dan het hele dorp kunnen verheffen. Waarmee de cavernes gevuld kunnen worden voor dat doel, is nog in ontwikkeling. Maar te denken valt aan stikstof, ik noem maar wat.’

 ‘Als geboren jonkheer voel ik altijd wel de verantwoordelijkheid van het rentmeesterschap op mijn schouders rusten. Ik kan dit niet zomaar aanzien en laten gaan. Daarom is er morgenavond een fundraising in cafĆ© Amperzat, want ja, gratis krijgen we dit niet voor mekaar.

                                                                    ***

 Ben Hoogeboom schreef voor Sargasso, nurksmagazine en voor zichzelf. Hij had het dorp Dirkswoud bedacht. Hij had de geschiedenis van Dirkswoud bedacht, hij had het dorp een stratenplan gegeven,  een pastoor, markante middenstanders, een voetbalclub – wat je maar kon bedenken. En dat alles in een jaloersmakende, puntgave stijl. En ik hield zo van dat dorp. Van de Noordzijde, de Fourniturenzaak van Nellie Daas. En ik kon er slecht tegen dat met Ben ook Dirkswoud zou verdwijnen. Dus af en toe dwaal ik nog even langs de Noordzijde, de Zuidzijde en breng een bezoek aan  de St. Clara Kerk.