We moeten vol inzetten op verduurzaming,
ook in de poëzie.
Het roer moet om voor een
duurzamer poëzie.
Er moet focus komen op
circulariteit.
Geen goedkope rozen meer maar
duurzame metaforen:
Plastic rozen vergaan niet.
Geen kortstondige relaties,
maar duurzaamheid.
Sowieso geen ivoren torens,
ridders mogen wel te paard.
Er moet gezorgd voor
biodiversiteit, er moet geen CO2 uitgestoot.
Er moet geen energie
verspild, er moet geïsoleerd,
Ook in de sonnetten. Er is
geen wegwerppoëzie meer.
Er wordt correct gedicht,
geen grappen meer.
Wat rijmt er op ‘transitie’?
Wat hoor ik: ‘ambitie’?
De fossiele poëzie zullen wij
ter grave dragen,
en juichen bij de geboorte
van de natuurinclusieve,
en de klimaatadaptie. De oude
economie verklaren
we dood. We streven naar een
emisievrije poëzie!
De poëzie moet groen, er
moeten sustainable development
goals gekozen worden. Er moet gekozen voor milieuwinst.
De oude fossiel poëzie was
ten dode opgeschreven,
uitgeschreven, op, verbrand.
Echte poëzie
laat geen footprint na, echte
poëzie is afbreekbaar.
Geschrapt materiaal kan en moet
hergebruikt.
Echt, we moeten dichten aan
een toekomstbestendige wereld,
aan de winst voor het klimaat.
Dat we de opwarming
van de aarde tegengaan. Dat
we de spiegel van de zee
niet verder laten stijgen.
Dat we koersen op de zon,
dat we afval schoner achter
laten. Dat we het water,
en het oppervlaktewater niet
vervuilen met microplastics.
Dat we zuiver zullen zijn.
Dat we innovatief zijn. Dat een gedicht
bijdraagt aan het ecosysteem.
We moeten innoveren
met de artificiele
intelligentie en machinelearning.
En hergebruik is juist goed. Dicht
slimmer, schoner
en met oog op nieuwe
toepassingen, denk aan de
lange termijnvisie, het
duurzame businesmodel.
Dit worden de nieuwe wederopbouwjaren van de poëzie!