in de Deventer dichterssalon leest men
nog immer Vasalis, Achterberg en Nijhoff.
Van Pom zong zelfs een malle kwibus een gedicht.
Nee, nooit ben ik dichter bij een mooie passiemoord geweest.
Slau, je rust in een urn,
in een duin te Driehuis.
En niet op aarde of op zee
of aan die laatste smalle ree
van hout in zand.
Slau je leeft!
Wij hebben ooit aan de zelfde kade gewoond.
Ook al zat er zestig jaar tussen,
maar we hebben allebei rusteloos langs
hetzelfde Spaarne gelopen
en van verre prinsessen gedroomd.
In Deventer, Slau, leef je nog, is de nieuwe tijd
nog niet begonnen, leer je ze niet kennen:
Het Schuim van Alfred Schaffer
of de Nieuwe Veters van Robert Anker.
Slau, er is sinds je dood weinig veranderd.
2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten