maandag 28 december 2020

Mijn moeder wiegt een pop

Mijn moeder wiegt een pop in haar armen.
Het is een aap van pluche die geluiden maakt.
Ze wiegt, ze kletst, ze spreekt hem sussend toe
in zijn poppenwagen, ze stopt hem in.

Mijn moeder weet het niet, ze is dement.
De pop is haar kind, haar baby haar houvast.
De aap draait zijn repertoire mechanisch af.
En ik die al zestig jaar haar zoon ben,

Zie haar nu wreed die koude nacht in gaan.
Therapeutisch opgeboekt, dat scheelt weer.
De aap kirt, flirt, lonkt, koert, kronkelt en zingt,
En mijn moeder tuint er helemaal in.

 

zaterdag 12 december 2020

Reuzenrad

Je stapte in het reuzenrad en de stad begon te draaien.
Daar was de kerk en daar de rivier. Daar zag je de trein,
En daar het plantsoen. Hoger ging je, hoger dan de torenspits.
Hoger ging het, de wind stak op en wolken dreven om je heen.
Beneden hoorde je de kermismuziek, je zwaaide maar er was
Niemand die je zag, wat was alles hoog en diep en klein.
Je ging op de rand van de gondel staan en boog je over de rand.
Je wiebelde je zag een roze wolk en dook toen naar beneden,
Pijlsnel ging het, loodrecht naar de roze wolk, die brak je val,
en bleek zoet, je was in de suikerspinkraam beland.

 

donderdag 10 december 2020

Huizenjacht

Je zocht een huis voor jezelf, alleen. Want tussen jou
en je vrouw, liep het niet meer zo. Dat was er ingeslopen,
en kwaadaardig verder gegroeid. Praten en redderen
ging niet meer. En nou ging jij weg en hield zij het huis.
Groot was je budget niet, toch had je een bezichtiging
of drie vandaag. Boven die snackbar hoorde je het continu
gezoem van de afzuiger en het rook er naar gesmolten kaas.
Je zette je al schrap voor de makelspraak: je moet er doorheen
kijken, het is geheel naar eigen inzichten in te delen.
Je rekende: dus maandenlang klussen. Of gewoon tussen
de ellende je spullen neerzetten. Peertje aan plafond, klaar.
En in die kleine, knusse tussenwoning, vloog het echtelijk
geluk je aan, hier was harmonie, en reinheid en appeltaart.
Je zag een foto van het gezin, de ouders en de kinderen
er tussenin. Het speelgoed stond in kratjes in de hoek.
Het appartement tot slot, huisveste in vitrines plastic olifantjes,
groot en klein, niet inbegrepen bij de koop. Er hing een geur
van kattenbak. En wat je voor inloopkast had aangezien,
bleek in het echt een kamer. Je vond het huis een tombe,
je voelde je nu al hopeloos verloren. Je keek naar buiten,
de overbuurvrouw stond voor het raam en zwaaide.

 

maandag 7 december 2020

Mijn moeder met haar twee handtassen

We hebben mijn moeder vandaag bezocht. Het was zondag
en het was december. We stapten in de auto, het kerststukje
ging mee. Mijn moeder is dement. Wij zijn het inmiddels wel gewend,
haar woorden die als de pluisjes van een uitgeblazen paardenbloem
alle kanten op dwarrelen. Maar zij doet haar best, en ik, ik ben toch
een woordenman, ik doe ook mijn best. Halverwege verstaan we
elkaar dan toch een beetje. Maar dan, als de schemering daalt,
en het tijd is voor het bezoek om afscheid te nemen,
wij hebben de jassen al aan, staat ze in de deuropening.
Ze vraagt: moet ze naar Utrecht, moet ze naar vader?
Ik ben haar broer, zegt ze, maar waar is haar huis?
Ze staat daar met beide haar handtassen omhangen.
We rijden weg. Ik zie mijn moeder
in de achteruitkijkspiegel steeds kleiner worden.
Ze heft haar arm, ze zwaait, tot ze verdwijnt.

vrijdag 4 december 2020

Le Locataire – ’t Cafe, Nijverdal

In t‘ Cafe te Nijverdal werd die zondagmiddag in 1980 als culturele activiteit de film Le Locataire van Polanski vertoond. Hoogdravend vermaak voor ons, maar ach, het hield ons van de straat. Daar zaten we dan, apenstonend, en ginnegappend in het halfduister. Het verhaal konden we niet helemaal volgen. Of het boeide niet zo. Dat kan ook, dat heb je met die art house films, dat ze nog wel ‘ns saai zijn. In het Parijse complex was er een appartement vrij gekomen omdat de bewoner zelfmoord had gepleegd. Hij was naar beneden gesprongen. Het hoofdpersonage was Ploanski zelf. Gelukkig speelde Isabelle Adjani een prominente rol, dat hield onze aandacht nog wat gevangen. Enfin. Polanski trok dus in dat appartement van de ongelukkig overledene – en dat had hij beter niet kunnen doen. Want hij kreeg last van argwaan en paranoia. Wat wij ons wel goed konden voorstellen. Zoiets konden we nog wel goed volgen. Hij verdacht de buren, de concierge en huiseigenaren ervan dat ze complotteerden tegen hem met als doel dat hij uiteindelijk ook zelfmoord zou plegen. Hij was verdoemd, het appartement was verdoemd. De gedachten vraten aan hem, aan Polanski dus. Alles in het Frans dus, dan lijkt het ook gelijk heel wat natuurlijk. Enfin. Uiteindelijk stond hij daar, op het balkon, de kop vol waanzin, overal achter de gordijnen glurende buren, en hij deed wat zijn vloek was: hij sprong van het balkon, zijn dood tegemoet. En wat deed Tony toen, de man die de filmprojector bediende? Hij zette de knop om en draaide de spoel iets achteruit. En hup, daar floepte Polanski weer terug vanuit de diepte, naar zijn balkon. Niets aan de hand. Wij lachen. De spanningsopbouw van de film was hiermee de nek omgedraaid. En wij? Opgelucht over deze onverwachts goede afloop, want we vereenzelvigden ons natuurlijk wel een beetje met die maffe locataire, gingen we naar buiten, het zonlicht in.

Bericht van M*** die zegt dat als wij mam gaan bezoeken ….

‘Neem je wel mandarijnen mee, en nootjes, jeweetwel, van die borrelnoten van de Lidl. En stroopwafels, van die kleintjes. Wel doen hoor. En neem je, net als ik, wel een iPad mee? Om samen te gaan zingen. En maak je wel haar kamer gezellig eerst? Doe lampjes aan. Zet een gezellig muziekje op. En zet je thee, Earl Grey? (Zakjes vind je in oma’s kastje), en doe je er dan wel melk  bij? Wel doen hoor. Denk daaraan. Op je iPad kun je dan op youtube allerlei muziekfilmpjes vinden. En hier heb je een verhaal dat je aan mam voorlezen kunt.

Als break kun je buiten gaan wandelen. Ik dicteer je vast de route, die doen jullie als volgt: als je uit de voordeur komt dan moet je het hek door, rechtsaf het fietspad op en bij het kanaal weer rechts, het zandpad op. Als je bij de bomen komt, dan moet je takken plukken om in die kristallen vaas te zetten.  Heb je dat? Thuis moet je het voor haar gezellig maken, net zoals ik zou doen. Zo moet jij het ook doen. Precies zoals ik het zeg. Want alleen dan is het goed.’