dinsdag 31 oktober 2023

Ree

Ik reed ooit ’s nachts, iets aan.
Het gebeurde in een oogwenk:
PadoemPatsDreunBonk.
ik gokte: een ree. Of botste zij
tegen mijn auto? Hoedanook.
Ik stapte uit om het dier te helpen.
En de schade te inspecteren.

In mijn rechter spatboord, voor,
zat een gigantische deuk. Eigenlijk
was tie compleet verfrommeld.
Maar waar was de ree? Ik keek,
ik zocht, ik riep, ik lokte maar er
kwam geen reactie, er was stilte:
geen spoor, geen bloed geen ree.

 

maandag 30 oktober 2023

Shani Louk

Shani Louk,
Sorry, je kent me niet,
En dat gaat ook niet meer gebeuren.
Ik zag je foto, en je filmpje op het internet – wat een verschijning
was je. Alle mach tig. Je houding, hoe je bewoog.
je haar, je ogen, je ensemble. 'Are you ready to dance', klonk het.
Je was klaar voor de toekomst, dit was je leven, het tintelde,
het bonsde, het bruiste: je stond er middenin.

Dit was niet wat je wilde, wat je verwacht had. Je einde
als gijzelaar, verkracht, vermoord, onthoofd.
Je had moeten dansen, schitteren als een ster, zwaaiend met
je dreads, je heupen. Hier lig je in het zand, dof. Je leeft niet meer.

Shani Louk. Ze danste, ze lachte, ze wiegde, ze zong, toch vonden de vrienden van Hamas dat Israël verlost moest worden van de dansende schoonheid Shani. Dus telkens als ik zo’n stoffige baard zie met een Kalashnikov en geloofsteksten over vrije staat zus, en rivier en zee zo, denk ik: hoeveel ruimte is er in jouw paradijs voor een jonge dansende vrouw?
Shani Louk, dans verder in vrede.

 

(Met dank aan Willem Wilmink)

 

Booster

Volgend jaar wordt mijn moeder 90 jaar. Ik wilde
eerst schrijven: als alles goed gaat wordt mijn …
Maar daar dacht ik, aarzelde ik, haperde ik.
Wat is goed. Wat is alles? Maar mijn moeder
blijft mijn moeder, zekerheid. En mijn vader –

Er was een toekomst. Ik moest daar wat mee.
Ik wilde online een afspraak maken voor een booster,
coronaprik. Maar alles zat vol of was onbereikbaar.
En dan waren er nog de griepprik en streptokokken,
kon je ook goed ziek van worden. Je kon ook onder
een auto komen. Maar daar kreeg ik geen bericht van.

zondag 29 oktober 2023

Matthew Perry is dood, Chandler leeft

Chandler
Chandler
Chandler
Chandler
Chandler, van de sitcom Friends is dood.
Nee, Matthew Perry is dood, Chandler leeft
door, met Monica, Rachel, Phoebe, Ross en Joey
samen met hun hoge grapdichtheid en al
dat drukke gewapper van hun handen, jaren
negentig. Nu zou die cast niet meer kunnen:
alleen wit, Italiaans en joods, niet woke.
Toen Friends populair was, had ik geen televisie,
volgde ik het niet, ontging me de populariteit.

De Nieuw-Zeelandse dichter Hera Lindsay Bird,
heeft een gedicht over Monica, vijf pagina’s lang.
Monica was getrouwd geweest met Chandler, in de serie.
En een Uber-chauffeur van Hera Lindsay Bird, vond
that woman’, het beste character. En dan komen
er die argumenten en bedenkingen. Lollig gedicht
wel. Maar nu wordt het wat grimmig. Matthew Perry
is nu dood. Tragische man: drugs, medicatie, drank en
verslavingsklinieken in en uit – en weer in. Depressie
is een monster. Tragisch einde, met een hart dat stopt.
Geen deur die ineens opengaat, niemand die met een
verlossende grap binnenkomt, haha. Er is geen uitweg,
geen lachband, geen eindtune. Er is geen vrolijke dans
samen met Monica, Phoebe, Rachel, Joey en Ross in die fontein,
met die muziek en dan de eindaftiteling: Matthew Perry,
daar ben je, daar was je, daar ga je.

 

 

woensdag 18 oktober 2023

Overdenking

Als je je binnen het tijdsbestek van enkele weken verdiept hebt in de biografie en het verzameld werk van Jan Arends, en je je daarna ondergedompeld hebt in Het Dagboek van Max de Jong, gevolgd door Reis naar het einde van de nacht, van Celine, plus je was een heel end op weg gekomen in Geheugen, spreek, van Nabokov,  en je sluit de reeks af met de verhalenbundel De Wingerdrank, van Bordewijk (uit de nimmer dralend reeks), dan valt eigenlijk niet lang vol te houden dat je geïnteresseerd bent in de actuele literatuur,

donderdag 12 oktober 2023

Celine en Tardi: Reis naar het einde van de nacht

Het was waarschijnlijk, ik weet het wel zeker, een impulsaankoop,
dat boek ‘Reis naar het einde van de nacht’, van Celine, Ferdinand.
In een uitgave op A3-formaat, met illustraties van Jaques Tardi.
Maar, ik ging voor de bijl, tikte de 15 euro af - en legde het thuis
op de stapel ‘te lezen werken', in afwachting van, even geduld a.u.b.
ook al is hier
s'il vous plaît beter op zijn plaats.
‘Reis naar het einde van de nacht’, er was wat met die titel,
die was niet
kosher, die was fout, iets uit je verleden drong daarop aan. En die schrijver was ook fout, antisemiet, nou, dan weet je wel,
zeker tegenwoordig. Dus het was met de grootste voorzichtigheid
en behoedzaamheid dat je het boek tot je nam. Je was inmiddels al op bladzijde 255 van de 380, maar je was tot dusver op niets discutabels gestuit. Wat kon die Ferdinand schrijven. Je liet je helemaal meevoeren: van Frankrijk naar Afrika, de jungle in, de beklemmende hitte in, waar de koorts huist. En dan het schip in,
de oceaan over, waar Ford en Molly wachten. En dan weer terug naar een treurig voorstadje waar de mensen stierven in armoede en morsigheid.

Enfin, ik ben nog niet aan de laatste bladzijde toe – en wat een geweldige hallucinante illustraties zijn dat van Jaques Tardi. Ik had me helemaal ondergedompeld in die Reis Naar Het Einde Van De Nacht, en ging dus zo ’s middags de straat op, naar Dirk: het halen van de dagelijkse boodschappen moest wel een voortgang houden. Voor mijn fiets stak plots een jongeling de straat over. Zijn vader was een emigrant, hij was in het zwart gekleed, dunne benen gehuld zwarte skinny spijkerbroek, op zijn T-shirt prijkte in gouden bling bling, letters: Celine. Mijn literaire hart maakte een sprongetje: een liefhebber, en dat zoveel jaar na uitgave van de Reis, en dat net vandaag – van ontroering sprong een traan in mijn oog. ‘Kijk even voor je ouwe, waar je fietst’. En Celine, ik zocht het naderhand
bij thuiskomst op, blijkt de naam van een modehuis, ik weifelde nog even, maar prijzig T-shirt wel.

dinsdag 10 oktober 2023

Personages in Oorlog en Vrede (Russische Bibliotheek, Van Oorschot)

Het was in 1984 of in 1986, of ergens daartussen, dat ik een zomer lang oppaste op het huis van mijn ouders. Die waren met vakantie, elders, ergens. De zomer zinderde. De zon scheen. Ik maaide het gras, wandelde met de hond, hield de boel schoon en las overdag in de tuin: Oorlog en Vrede van Tolstoj, uit De Russische Bibliotheek van Van Oorschot, twee delen.

En, in die tijd nam ik de literatuur zeer serieus. Dus ik las met pen & papier ernaast en maakte mijn eigen ‘Who is who’. Elk personage dat z’n entree deed, noteerde ik. Met zijn of haar bijnaam, vadersnaam of familienaam. Want je wist immers nog niet welke rol hij of zij zou gaan spelen, en hoe groot die zou zijn. Plus de dwarsverbanden: kenden mekaar van een soiree, was een bastaardzoon van, is gehuwd met, is weduwe van, woont in huis van de graaf, dient in regiment van, is Luitenant en verloofde van, is Vorst, is zeeman, is in zaken, is gast van de freule etc.

Ik heb de blaadjes hier voor me liggen, in mijn handschrift uit 1986. Ik heb de twee delen uitgelezen. Tot het einde, twee keer een ruwe 760 bladzijdes. Met ik weet niet hoeveel personages.

Maar op bladzijde 767 van deel twee trof ik tot mijn verrassing (of was verbijstering hier beter?) een Personenlijst aan, op het eind. En ik dacht: Van Oorschot, dude, is het misschien een idee, een service aan de lezer, om zo’n lijst voorin het eerste deel van zo’n epos af te drukken?

 

 

maandag 2 oktober 2023

Einde zomer gedicht

Jules, ik heb vandaag voor de laatste keer,
het gras gemaaid, Jules ik heb – wacht, Jules,
je kent me niet, maar ik jou, en je ‘Gedicht voor
Land- en Tuinbouw
wel. En mijn moeder,
kende jouw gedicht ook. Sterker nog,
ze heeft het voorgelezen op de begrafenis,
van haar zus. (Per ongeluk besloot ze je gedicht
met een extra vers: ‘Alles blijft. Alles gaat voorbij.
Alles blijft voorbij gaan
.’ Ze dacht, mijn moeder dus:
‘het staat op dezelfde bladzijde van ‘Dichters van deze tijd’,
((daar ben jij er dus één van Jules)), dus, het hoort
bij dit gedicht.’ En zeg nou zelf Jules, ja toch?)
Mijn moeder had die middag haar eigen gedicht gemaakt.

Jules, ik vandaag, waarschijnlijk, voor de laatste keer
het gras gemaaid. En voor de laatste keer op het terras
gezeten: korte broek, T-shirt, en naar de vlinders gekeken.
Jules, ik heb mijn zomerdekbed nog niet vervangen voor
een zwaarder exemplaar. En ook al liggen er al kastanjes,
het schrijven het dwalen door eindeloze lanen, moet nog beginnen.
Jules, ik heb vanmiddag pootje gebaad in de IJssel, schepen
voeren naar de einder. Een dichter berichtte ooit:’ We deden
onze kleren in een plastic mand, en zwommen naar de overkant
.’
En op de oever en in de berm, bloeiden boterbloemen: in oktober,
Jules, in oktober, het klimaat, totaal van slag.

In de stad, Jules, waren bij het vallen van de schemering,
de terrassen overvol. Een vriend maakte een fietstocht langs
de Maas. Het wasgoed wapperde buiten, er werd in de tuin
gelezen, de hommels bezochten de Fuchsia voor de laatste
nectar, de zon joeg de laatste zoet in de druif van de buurman,
die over de schutting hing: (de druif, niet de buurman).

Jules, voor de laatste keer een gedicht proberen te schrijven
aan het tuintafeltje. Voor de laatste keer de parasol uitgeklapt.
Voor de laatste keer van de roze  frambozen geplukt. Voor de
laatste keer
de lantaarn gedoofd, voor de laatste keer naar de
de ballonnen in de blauwe lucht gezwaaid: alles blijft voorbijgaan.