Wat zou je kunnen doen tussen
Pasen en Pinksteren? De Kunstwandelroute van Hummelo (Gelderland) lopen natuurlijk.
Elk jaar is er in deze periode over het Landgoed Enghuizen een kunstroute
uitgezet van ongeveer 4 kilometer, met daarop dit keer 33 kunstwerken. En er is
geen entree, het is gratis. Maar je wilt natuurlijk wel weten wat je ziet, het
blijft moderne kunst immers, en je wilt misschien ook wel weten wie het gemaakt
heeft. Er is een catalogus te koop voor 6 euro met daarin de nodige informatie,
plus foto’s van de kunstwerken. Plus ook nog ‘ns een prijsvraag: wie maakt de
meest aansprekende foto van deze kunsteditie?
Enfin, ben je in de buurt, en
heb je een uur of drie over, parkeer je fiets of auto bij hotel restaurant De
Gouden Karper, trek wel stevige schoenen aan, want het traject is wel
modderig, en geniet, of bekritiseer, dat mag natuurlijk ook.
De Kunstwandelroute van
Hummelo bestaat al sinds 1999. Maar voor mij was dit de derde aflevering die ik
meemaakte, sorry dat ik het zo laat ontdekte. Wat zo fijn is aan dit
kunstproject is de omgeving. Het landgoed van de graaf Van Rechteren Limpurg,
het dorp Hummelo, en het terras van De Gouden Karper. Hou je van rust,
kleinschaligheid, natuur, dan is deze kunstroute een overweging waard.
Wij hebben voorafgaand aan
onze wandeling buiten geluncht bij de Karper, wat wil je ook als het ineens 23
graden is? De klok van de Hervormde Kerk die tegenover het hotel/restaurant
staat, sloeg half 1, tijd om de rekening te betalen en de kunst te bekijken. Ik
kocht de catalogus bij het kraampje van de organisatie. De dame had een hoed op
en droeg een vrolijke blouse. ‘Is uw werk ook te zien op de route?’ vroeg ik.
‘Ja, ik ben nummer 7’, antwoordde Gebke
Westra ‘alleen de foto in de catalogus doet het werk geen recht.’
En, we lopen nu wat vooruit
op de zaken, maar Gebke had gelijk: het kunstwerk was heel sierlijk en
vrolijkmakend, en de foto deed het geen recht,
De paden op de lahahahahenen
in. En op een landgoed zijn dat gauw machtige beukenlanen. O, misschien even
een waarschuwing vooraf: als je niet tegen vogelgezang kunt, hoog, repeterend,
riedels, doordringend, kortom, wat vogels doen als de lente begint, keer dan
om. Want dat is wat je de hele wandeling zult horen, continu. De hele tijd door.
En dan hebben we nog niet de
schapen en lammeren genoemd met hun geblaat en gemekker. En aangezien die wollige,
pluizige veestapeltjes ook poepen, is er ook een prikkelende mestgeur.
Goed, maar nu de kunst. Wat
trof mij, wat viel mij op? Wendy Janssen heeft het kunstwerk Denkbepalen. Drie
totempaalachtige sculpturen die niet gelijk hun betekenis prijsgaven. Ze
hielden wat verborgen, en ze suggereerden van alles. Wat was dit? Ik zag
stukjes krant, ik zag veel zwart, ik zag vreemde tekens, gezichten, ik zag geheimzinnigheid. Er waren doorkijkjes,
en er was natuurlijk die enorme eik die er achter stond. Het kunstwerk maakte
zeker indruk, maar het was lastig te zeggen welke. Mijn denken schoot alle
kanten op.
Het volgende kunstwerk is van
Piet Post, een juffertje in het groen: Eindelijk voorjaar: rokjesdag.In Iran lopen vrouwen die
minirokken willen dragen, op stelten.Wat we zien is een groene
vrouwenfiguur met een jurkje. Zou het Islamkritiek zijn? Het is niet echt
duidelijk.
Verderop staan de 6 customized
stoelen van Kristie Legters. Zij verwijst met haar kunstwerk naar de graven van
landgoed Enghuizen: hun initialen zijn in de bekleding geweven. Je kunt er
alleen niet op zitten.
En nu komt er iets vreemds:
er mist een kunstwerk. Er is een kunstwerk verdwenen. Waarom? In de catalogus
staat er nog een klein plaatje van de ‘Levenswade’, (dat in tegenstelling tot
de ‘lijkwade’ gok ik), maar het ding is niet te zien. Wrang genoeg was de titel
van het kunstwerk ‘Maar ik ben er nog’.
We lopen verder langs de
kunstwerken, de een is interessanter dan de ander. Van de bijdrage van JokeVisser, drie keramieken huisjes, is vooral die waar Margriet van Enghusen,
met rozenkrans is afgebeeld, in art brut traditie, bijzonder.
Hup, we moeten verder, langs
de theepot van Marijke van Kampen, met die mooie kwaststrepen, langs de dieren
van de Nachtwacht van Fieke Jolink, en dan komen we bij ‘Terugkeer van deDodo’. En wat een vrolijke kunstbende is dat. Kijk daar hebben we het
Dodokuiken met moeder Dodo, maar ook, de hop, de ijsvogel, de specht, kaketoe,
papegaai, het roodborstje en de uil. Welkom terug, Dodo.
Jammer trouwens, dat de
theekoepel op het eiland in de vijver, niet toegankelijk is. Ik had daar graag
gezeten, met een kopje thee, of zonder, dat had ook gemogen.
De actualiteit gaat aan deze
kunstroute niet voorbij. Hier dringt het klimaat ook door in de kunst. ‘Naar
de kloten!’ liet ik achter op de spiegel in het kunstwerk van RobChevallier. (Er werd de bezoeker gevraagd om een mening). Mooie foto’s, vond
ik, maar wat weet ik ervan?
‘Al ligt een boomstam nog
zo lang in het water, hij wordt nooit een krokodil’. Aan dat gezegde dacht
ik bij het kunstwerk van Kees Donkers. Ook al verblijf je, woon je ergens nog
zo lang, al je er niet geboren bent, zul je altijd een vreemde blijven.
Een actueel dingetje, over
acceptatie en discriminatie enzo. Maar ik zat ernaast. Deze boomstam, gemaakt
van bestek dat aan mekaar gesmeed is, verbeeldt ongebreidelde consumptiedwang.
Ook erg natuurlijk.
We lopen verder, langs de female
gaze, een exotische kamerplant die bestaat uit paarse wc-borstels, en onder
dansende zoete hartjes die tegen mekaar klingelen, het gedicht op het zeil van
Hans Mellendijk, naar de Omarming.
En bij het kunstwerk van
Hermine Grob, of eigenlijk kunstwerken, want het gaat hier om drie bomen, werd
er veel gefotografeerd door de bezoekers. Die gouden handjes, met armbanden van
beukennootjes, die de bomen omarmden, brachten veel positieve reacties teweeg. ‘Laten
we zuinig zijn op de natuur, omarm de bomen, zij geven ons zuurstof om te leven’,
om de catalogus te citeren.
Bij de boerderij De
Klevenhorst, kan de bezoeker pauzeren voor een sanitaire stop, een kopje
koffie, thee, appelgebak, of luisteren naar een voordracht als het zondag is.
Helaas kan niet alle kunst
altijd boeiend zijn voor iedereen. En dat is bij deze Kunstwandelroute natuurlijk
ook het geval. Komt nog ‘ns bij dat we nu te maken krijgen met het fenomeen dat
kunst die in de buurt van de uitgang van een museum hangt, op minder aandacht
hoeft te rekenen dan kunst die dicht bij de ingang staat. Jammer dan, maar ik
ruik de stal, ik wil naar huis, of naar de auto, of naar het bier. Kunnen we
snel door?
Dus slaan we over: de zwammen
in de bench, achter alle waarschuwingssignalen, de vierkante meter vlas, de
bogen over de beek met daaraan hangend raffia, alles onder het kopje:
verbinding (het zal ‘ns niet), de groene Chinese draak, mooi, maar de locatie
is vreemd, en een uit latten vervaardigde folly.
Maar daar hebben we ineens
een veld zonnebloemen in het bos, eigenlijk ook niet de beste locatie voor dit
kunstwerk, immers, zonnebloemen in een bos? Toch weet dit kunstwerk te boeien.
Wat doen uitgebloeide zonnebloemen hier in april? Zijn ze van brons soms? Nee,
ze zijn echt. Hebben ze dan een half jaar ergens te drogen gehangen? En hoe
kunnen die dingen rechtop staan? Zit er een standaard in? En wat is er met die
perspectief vertekening? Vooraan is het pad toch breder dan achteraan?
Intrigerend kunstwerk van Jozef Kemperman. Misschien wel het beste wat ik vandaag gezien heb. (Waarom heeft deze kunstenaar geen goede site?)
De wandeling sluit af met een
serie portretten van Youzan Chen. Vanaf het doek word je aangekeken door
24 inwoners van Hummelo. Allemaal wit. In de begeleidende tekst staan eigenlijk
alleen maar positieve verhalen. Iedereen is er altijd voor elkaar. Verbinding. Alles
is prima, alles is goed hier in Hummelo.
Ondertussen tuft er, luid
toeterend, een stoet E-choppers over het landgoed.
Tsja.