met je
bargoens, met je jopen, je joetjes, je okee
dan,
je geeltjes
en je koekwaus, je eeuwige Cypress Hill,
en de dreun
van de House of Pain op tien: buurman!
En dat
alles op een dagelijks bedje van je nederwiet.
Had je bezoek
over de vloer, en dat wilde naar de stad,
maar fiets
tekort, geen punt, daar ging je al,
met de
betonschaar, naar het pleintje op de hoek, op zoek.
En daar
kwam je al terug met een damesfiets.
Die stonden
toch vaak het slechtst op slot,
ze vroegen
er zo toch zeker zelf om.
En je had
ook wel ns een pipa tegen je hoofd
gehad.
En dat je
je, onder de brug, tot je kin in het water,
verborgen
hield. Want ze zochten je.
En ook al
bokste je flink kick,
en pompte
je op de sportschool zwaar metaal,
gerust erop
was je ook weer niet helemaal.
P. die z'n
verwondingen liet zien, het gevolg van die inbraak laatst.
Het was een
heterdaadje, hij was betrapt, gevlucht
en bood
verzet. Eigen schuld, en dus heel veel bloed.
Dat waren
dus de tanden van de politiehond: en hier
en daar en
daar en daar gebeten. Het zag er niet uit.
Met W. kwam
het uiteindelijk wel goed, kreeg verkering
met een
Loosdrechts' meisje, uit gegoede kring nogwel,
en z'n
eigen bedrijf, het rechte pad kortom.
En mijn
criminele carrière is nooit verder gekomen
dan het zwartrijden
met een tram.
En
natuurlijk gelijk gesnapt: amateur,
voor
onderwereld geen talent.
12 september 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten