woensdag 26 december 2012

De laatste tijd

Mijn lichaam was stervensmoe,
maar mij hoofd ging laaiend open.
Te lang had ik op het platteland geleefd.
Ik haast mij naar het veer
omdat ik de tijd die mij nog rest
wil bruisen met de stad.

De veerman zei: ik heb op u gewacht.
Uw koorts zag ik gloeien in de nacht
al bij gindse krib. 

Onnatuurlijk luid lachte ik in de stad.
De inwoners keken mij schuw aan,
wezen naar de klok en zeiden:
vrolijkheid is er voor u hier niet te vinden.

Temidden van de gesloten deuren
wierp ik mij wenend op het plein,
verkillend samen met haar stenen.
 
 
1988

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.