aan tafel met
z'n rug naar het raam.
Hij
schrijft een gedicht, z'n bril heeft hij afgezet
en z'n glas
wijn heeft hij bijgeschonken.
'Het leven
is vurrukkelluk' staat op het papier.
Soms klopt
dat, dacht Michiel van Hunenstijn,
als het
leven lekker liep, dan klopte het wel.
Als de hele
bliksemse boel een beetje liep
ja dan kon het
leven wel vurrukkelluk wezen.
Ik zie het
papier van Michiel van Hunenstijn
vol met
krassen en met strepen,
zijn bril
heeft hij weer opgezet.
Het
lamplicht zet hem eenzaam in een stolp.
Hij neemt
een slok en hij zet weer een streep.
Van buiten
af zie ik hem
weerspiegeld
in het glas.
Het glas is
thermopane:
ik zie hem
dubbel, is hij niet alleen?
Daar zit
Michiel van Hunenstijn.
Z'n wijn
smaakt wrang, en z'n gedicht vlot niet.
Het leven
is niet altijd vurrukkelluk
en het is niet
altijd fijn
om Michiel
van Hunenstijn te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten