zaterdag 9 december 2023

Morgen zie je je moeder weer

Morgen zie je je moeder weer. Misschien moet je vast gaan aftellen tot de laatste ontmoeting met haar. Wat moet er nog gezegd en gevraagd? Ligt er nog iets open? Is er iets dat nog af moet? Die gedachten dringen zich nu op, het is allemaal niet meer zo vrijblijvend als vroeger. Toen stapje je op de fiets. Je meldde je komstvan te voren niet eens aan, welkom was je immers altijd: je wist de weg, je had de sleutel, nee, die had je niet eens: de deur was altijd open. Alles ging vanzelf. Er was een patroon waar je in paste, een ruimte die vanzelfsprekend was. Je stuurde je fiets de tuin in, en zette ‘m in de schuur. En dan was er je moeder. Een vanzelfsprekendheid. Haar huis, maar jouw thuis, nog steeds. Waar hadden jullie het altijd over? Je informeerde altijd naar de toestand van het dorp: wie was er dood, welk gebouw was er nu weer gesloopt, en welke nieuwe winkel was er? En welke boeken had ze nu in huis van de bibliotheek?

Maar nu: je kondigt je komst aan bij de verzorging. Tijd en naam worden genoteerd. Je moeder is verrast, of heeft geen idee. De middag verstrijkt. Iets van vroeger moet er toch nog wel zijn. Je zit naast haar en leest een gedicht voor. En nog een. De respons is de ene keer adequater dan de andere. Je moeder is dichtbij, ze kijkt mee in de bundel, ze is dichtbij, maar jij bent een vreemde meneer.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.