In 1912 schreef Alexander
Blok het gedicht ‘Nacht, straten, apotheek, lantaren'.
Dit gedicht werd in 1991
opgenomen in de bloemlezing Van Derzjavin tot Nabokov (Russische poëzie uit drie
eeuwen, vertaald door Marja Wiebes en Margriet Berg uitgeverij Plantage). En Kees Fens, toenmalig recensent
bij de Volkskrant, schreef destijds hierover: En daar is natuurlijk ook
Alexander Blok. Hij verplettert met dit gedicht niet alleen de twee andere van
hem opgenomen verzen, maar ook de hele buurt om hem heen.
En nou heeft Robbert-Jan Henkes dit gedicht Nachttrottoir van Alexander Blok vertaald in 77 versies, stemmen, vormen. Met onder andere versies van Komrij, Wigman, Deelder, Hanlo, Vondel etc. En dat levert een weergaloze bundel op. Je blijft erin lezen. En je blijft erom lachen, en je blijft heen en weer bladeren. Ik geloof niet dat ik dat dit jaar met welk boek dan ook heb gehad. Ik opende het en werd er gelijk door gegrepen, aangestoken.
Nacht, straten, apotheek,
lantaren,
Een zinloos schijnsel in de
mist.
Al leef je nog eens twintig
jaren –
Geen uitweg – alles is
beslist.
Je sterft en wordt opnieuw
geboren,
Alles herhaalt zich vroeg of
laat:
Rimpels in het kanaal
bevroren,
Nacht, apotheek, lantaren,
straat.
-Alexander Blok-

Geen opmerkingen:
Een reactie posten