vrijdag 1 februari 2019

Er stond een Jehovah voor mijn deur



Er stond een Jehovah voor mijn deur. Hij bood mij paradijs
en eeuwig leven. Hij sprak over de groene weide waar de leeuw
ligt naast het lam. Hij schetste smetteloze witte wolken tegen
een oneindig blauwe lucht. De hemel, wat was er allemaal?
Cymbalen en witte gewaden, zang en dans in paleizen en spijzen
die niet te overtreffen waren, elke dag weer. En de zon die scheen,
en iedereen werd herenigd met zijn of haar geliefden en
iedereen was blij en zou dat altijd blijven ook, tot in de eeuwigheid, 

beloofde de Jehovah - en ik knikte, amen.
Erbarm, prevelde hij, aanvaard, ootmoed, bekeer
vertrouw, aanbid, berouw, barmhart, vergeef, kniel neer.
De dag die voor mij lag trok aan mij: er moest een zieke bezocht,
er moest een schuur geverfd, en als het kon, in de gauwigheid,

nog even naar de stort. De Jehovah liep het tuinpad af. 
Hij was tijdloos ouderwets gekleed.
Hij sloeg de hoek om, een eeuwigheid op weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.