woensdag 7 februari 2018

Ze waren brutaal, ze waren grof



Ze dronken en rookten waren luidruchtig op straat, je hoorde hen van ver al aankomen. Hun grappen waren lomp, hun stemmen vervormde de woorden. Ze waren brutaal ze waren grof.  Hun lach die gierde om elke grap, ze waren onhandig op de trap, ze struikelden, ze vielen. Jij dacht ondertussen aan het vale ochtendlicht, de lege flessen Je knipte de lamp aan, deed de muziek uit en verzamelde de glazen. Je dacht: en nu is het genoeg, ik rol de haspel uit en spuit de boel schoon, het vuil eruit. Maar dat deed je niet. Je bleef in je rol, je wenste ze beleefd een goede nacht. Je overwoog twee flinke fluimen in hun ontbijt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.