zondag 14 december 2025

Resort van Martin Parr in de brievenbus

 


Gisteren lag tie op de mat, het pakketje dat ik besteld had: het fotoboek van Martin Parr Resort, photographs of New Brighton.

Vijfenzeventig euro heb ik ervoor betaald (inclusief verzending), een hoop geld voor een relatief dun fotoboek, maar ik ben er erg blij mee. (Bovendien: als ik het perse goedkoper had willen aanschaffen, dan had ik wel ‘ns wat eerder in actie mogen komen, voor de dood van Martin Parr).

Maar wat een mooi boek is dit. Elke plaat schittert je tegemoet. Martin flitste. Hij verstopte zich niet als fotograaf, hij was geen vlieg aan de muur, hij was de fotograaf in de kamer. Hij was de fotograaf op het strand, op de boulevard, in de snackbar. Hoe deed hij dat, dat hij daar gewoon kon fotograferen, flitsen, kwam hij zo vertrouwenwekkend over? Of was men daar in New Brighton gewoon heel relaxed?

Het was lastig om een keuze te maken, maar het is bovenstaande foto geworden, vanwege de tragiek, de rommel, het licht, de compositie, de vergeefsheid – en ondanks dat, de overrompelende schoonheid.

zaterdag 13 december 2025

So long Marianne - op de fiets


Laatst fietste ik van Arnhem naar Deventer, en had muziek op mijn oren. Ja, ik weet het, als je over de Veluwe fietst, over de heidevlaktes kijkt, het geruis van de krakende schelpjes onder je banden hoort, de stilte haast voelt, dan is het haast een daad van arrogantie om te fietsen met oortjes in. Heb je niet genoeg aan de natuur, gast, moet er weer iets meer bij?

Nee, helemaal gelijk, klopt. Maar, ik heb deze route zo vaak gefietst, in beide richtingen, dus ik dacht, een keer met oortjes op, dat moet kunnen. Dus daar zoefde ik, met Leonard’s Cohen So long Marianne.

Gaaf, waar kwam die ineens vandaan? Dat nummer had ik in geen, wat zal het zijn, een jaar of veertig gehoord? Maar ik kende het wel. Ik kende het zelf goed, want de elpee waar dit nummer op staat, die stond vroeger in het huis van mijn ouders. Was die plaat met die lichtgele hoes door mijn vader of mijn moeder het huis binnen gekomen, of was tie door mijn zus gekocht? Ik weet het niet. Ik kon het zo meezingen in ieder geval, ik kende de tekst nog. Dus ik zingzegde met Cohen mee, toch geen mens te zien. Wie weet hield ik zo ook wel een wolf op afstand.

Ik had So long Marianne dus lang niet gehoord, en wat viel met het eerste op? Dat de dames van het achtergrondkoortje zo schril en schetterend schel zingen, verschrikkelijk eigenlijk, ik schrok er van – of eigenlijk moest ik er om grinniken: dit vond men vroeger dus goed, wat een bleke uh, soul.

En ik had ineens de associatie met Armand, zo zong Armand ook, op deze manier. Dat ik dat vroeger nooit zo hoorde. Armand moet deze plaat ook beluisterd hebben, kan niet anders.

En dan is er de tekst. Die hoor ik natuurlijk ook, want Leonard Cohen is behalve singer-songwriter, bard, ook dichter. Meneer kiest en plaatst zijn woorden

I forget to pray for the angels.
And then the angels forget to pray for me

Die trof me wel, ik vergat er haast door te schakelen toen het fietspad omhoog ging.  Goeie tekst, engelen die nalaten voor jou te bidden. Maar, dacht ik, had Cohen dan wat om over te klagen? Want inmiddels heb ik me in het nummer verdiept (ik ben nu, als ik dit schrijf thuis, beste lezer) en Leonard Cohen ontmoette Marianne in 1960 op het Griekse eiland Hydra. Marianne was net verlaten door haar Noorse man. Leonard en Marianne kregen een relatie. ‘Ze was de mooiste vrouw die ik ooit had gezien’, schijnt Leonard Cohen gezegd te hebben. Als je dat wilt checken, een foto van haar staat op de achterkant van Cohens album Songs from a room. Daar zit ze achter een typemachine.

We met when we were allmost young.  Die formulering viel mij op, toen we nog bijna jong waren. Die snap ik wel. Lastig te vertalen, toen we bijna jong waren: vanaf welke kant benader je dat dan?

You held on to me like I was a crucifix. Deze vind ik al wat lastiger. Hoe hou je je aan iemand vast als was hij een kruisbeeld. Daar zou ik toch graag een tekening bij zien: hoe hou je iemand als een kruisbeeld vast? Hartstochtelijk? Bij zijn kruis?  Curieuze metafoor.

Ik kijk omhoog, logisch, want ik sta bij de brandtoren op het Rozendaalse Veld. Ik was hier graag ingeklommen om deze song ‘ns van grote hoogte te beluisteren. Maar dat kan niet: er is een slot, er zijn belemmeringen aangebracht. Ik fiets verder.

As we went kneeling through the dark – nee, geen idee wat dat knielend geschuifel in het duister te betekenen heeft.

Marianne en Leonard verhuisden naar Montreal en woonden ook in New York en ook weer op Hydra. Hun relatie was niet altijd even stabiel. En daarna waren ze ook niet meer echt samen. Zij kreeg andere relaties, en Cohen ook. En Marianne woonde weer in Oslo. En Cohen in Canada. Maar de herinnering blijft, zou ik haast Ben Cramer citeren (aan die clown met zijn lach).

Your letters they all say that you're beside me now
Then why do I feel alone

I see you've gone and changed your name again.

En dat leverde een eigenlijk wat sentimenteel lied op, over een romantische liefde, die  misschien wat minder rommeligheid had verdiend. Maar zo ging het, met een schril, schel schetterend koortje erbij.

So long Marianne

En ik zet mijn fiets in de schuur. 

zondag 7 december 2025

'Europa is dood. Jullie genen zijn verbruikt.'


Het is al meer dan veertig jaar geleden, Remco, meneer Campert,
Dichter, dat je het gedicht over Richard Brautigam schreef.
Een hard gedicht, maar het moest geschreven,
het moest je van het hart. Mij bleef altijd bij, de openingszin: 

Europa is dood
Jullie genen zijn verbruikt.
 
Je citeerde uit een ontmoeting die je met je collega had.
En die was niet gezellig, die ontmoeting in die pizzeria
emoties, zware woorden.
Brautigam was de Amerikaan,
Jjj de (woedende) Europeaan
(die nog maar net het woord fascisme
wist te vermijden) de drank deed de rest.
 
Zoals je schrijft in je gedicht: 

Paar maanden later
schiet hij zich
voor zijn harige kop.
een radeloze man
vol onverbruikte genen 

Ik kom hierop, vandaag door wat ik las:
de meningen van Poetin en Trump
over Europa: geen partij, geen gewicht
in de schaal, (over 
Oekraïne hebben we het hier)
niet interessant, houden
we geen rekening mee, hebben
hun genen radeloos verbruikt.
(En dat lezen doet wel pijn).

Maar liefst heb ik natuurlijk, 
dat dit gedicht eindigt met een knal:
Poetin die zich voor zijn kop schiet.

 

vrijdag 5 december 2025

Salman Rushdie werd gestoken door een man


  

Salman Rushdie heeft een nieuw boek, De Levensavond, uitgeverij Pluim. En het wordt  besproken in Trouw. Geïnteresseerd begon ik met de recensie. Maar in de tweede alinea bleef ik steken bij: De werkelijkheid was te indringend: een man stak hem 15 keer met een mes. Rushdie verloor een oog en balanceerde op het randje tussen leven en dood.

Heftig, denk je dan. Door een man met een mes in je oog gestoken te worden als je een lezing wilt geven, zomaar, door een man. Het zal je maar gebeuren. Maar hoe groot is die kans?

Op 12 augustus 2022 stak Ahadi Matar, een Amerikaan van Libanese afkomst, een moslim, die zei dat hij Rushdie geen goed mens vond, en dat hij, Rushdie dus, de Islam aanviel. Vandaar zijn aanval met het mes. Matar werd voor deze religieus gemotiveerde moordpoging veroordeeld tot 25 jaar cel.

Ayatollah Khomeini noemde Rushdies boek De Duivelsverzen, godslasterlijk en vaardigde op 14 februari 1989 een fatwa uit: Rushdie moest vermoord hierom, een doodvonnis dus. Er werd een beloning uitgeloofd. Ahadi Matar had hoogst waarschijnlijk het boek Duivelsverzen niet gelezen, maar met een mes op een schrijver inhakken, in hals, gezicht en buik, dat vond hij wel een goed idee.

Dus. Werd Salman Rushdie 15 keer in gezicht, hals en buik gestoken door zomaar een man, of was het een gerichte aanval van een moslim extremist die een wit voetje in het hiernamaals of een financiële beloning in het nu wilde halen?

 

zondag 30 november 2025

Etty Hillesum, 30 november 2025

 


Etty, je hebt hier gelopen, gewandeld, dat kan niet anders.
Je keek naar de IJssel, je keek naar de overkant,
Je keek naar de verte, je keek naar het plaveisel,
Je keek naar je wandelgezelschap: je wandelde hier.
Misschien keek je wel in een boek of dichtbundel,
terwijl je wandelde, verdiept (Etty, mocht dat zo zijn,
iedereen loopt tegenwoordig zo, het hoofd gebogen).
 

Etty, mocht je nu nog leven, je weet niet wat je meemaakt:
Er komt een film over je, er zijn actrices die je spelen,
Etty, je leeft, ook al maak je dat zelf niet meer mee.
Er wordt een dramaserie over je gemaakt.
(Maar, als ik de huidige woke tijd zo bekijk,
dan rook je niet: je sigaret wordt uit je hand gewist.
Je moest perfect, je  moest een heilige.
Maar Etty, dat maakt mij allemaal niet uit).
Je leeft: je portret staat hier op een muur.
Je boeken staan bij mij in de kast.
Ik had je graag ontmoet, ik woonde om de hoek.
Waar zouden we het over hebben gehad,
Misschien zou je me schrijven,
En ik jou, en dat doe ik nu, vandaag,
Dag Etty, ik denk aan je.